Op dinsdagavond 11 april houdt de Oudheidkundige Vereniging zoals gebruikelijk weer de jaarvergadering, in Partycentrum De Zandstuve, aan de Dennenweg 11, halverwege Den Ham en Vroomshoop. De vergadering begint om 20.00 uur en vanaf 19.45 uur staat de koffie klaar. U bent van harte welkom.
Voor de pauze komen uiteraard het jaarverslag en de financiële stukken aan de orde, en andere verenigingszaken. Na de pauze is er een bijzondere spreker over een bijzonder boek: Ewout van der Horst over het boek ‘Vooruit-boeren’. Ewout is historicus van professie en werkzaam bij de IJsselacademie, waar hij o.a. consulent streekgeschiedenis is. Het boek beschrijft de transformatie van de boerderij als familiebedrijf in de jaren 50 naar de gespecialiseerde onderneming anno nu. Over deze verandering interviewde Ewout van der Horst zestig boeren. Een van hen was Jan Tepper, woonachtig aan de Tonnendijk uit Vroomshoop. Uit dat uitgebreide, prachtige interview citeren we nu een (te) klein gedeelte:
Jan Tepper is in 1947 geboren op boerderij het Dalvoorderslag aan de Tonnendijk in Vroomshoop. Al jong was duidelijk dat hij het akkerbouwbedrijf van zijn vader zou voortzetten. In 1975 trouwde hij met arbeidersdochter Joke Wessels uit Vriezenveen. Het echtpaar kreeg drie kinderen. Zoon Aad had wel belangstelling om het bedrijf over te nemen, maar dat bleek uiteindelijk niet haalbaar. Jan en Ad bewerken de familiegronden tegenwoordig hobbymatig. In een oude kippenschuur heeft Jan een landbouwmuseum ingericht. “Voordat we gingen afbouwen, had ik al een serie oude machines staan. Dan ging ik bij boeren langs en vroeg of ik eens op zolder mocht kijken. Zo ben ik langzamerhand aan het verzamelen geslagen. Het is een uit de hand gelopen hobby. Het museum is op afspraak te bezichtigen”.
“Mijn grootouders zijn hier in Vroomshoop gekomen vanuit Onstwedde in Groningen. Er was daar geen toekomst meer voor hen. Het was pionieren. Er kwamen hier veel meer Groninger boeren. Wolters was de eerste. Die heeft in 1900 hier aan de Tonnendijk een boerderij gezet, de Sallandia.
De aangekochte grond moest nog ontgonnen worden. Dat ging allemaal met de schop, heel langzaam. Dat duurde tot in de jaren ‘30. Het bouwplan was twee derde graan en een derde deel aardappels. Daarnaast hadden de boeren zo’n zes koeien en een paar varkens. Met dat vee verdienden ze een paar centen bij.
In 1942 kon mijn vader deze boerderij, het Dalvoorderslag, huren van mevrouw Cremer uit Amsterdam. Ze hadden hier veen laten afgraven. Het is één van de laatste boerderijen die hier is gebouwd. Daar heeft eerst de familie Huitink op gewoond. Die zag het boeren op een gegeven moment niet meer zitten en is later een fietsenhandel begonnen.
Mijn vader had één vaste knecht en zes losse arbeiders in dienst. Die seizoenarbeiders werkten in het voorjaar in het veen. In de zomer kwam ze hier voor de graanoogst en in het najaar om aardappelen te krabben. Ze woonden in Vroomshoop, in het Zwarte Gat. Daar leefden ze heel armoedig. Er waren ook veel woonwagenbewoners die hier speciaal kwamen om aardappels te krabben”.
Het boek ‘Vooruit-boeren’ kost € 20,00 en is op de ledenvergadering verkrijgbaar. Het boek is ook te koop bij de Readshop in Den Ham.