Vooraf even het volgende: Het Middendorpshuis in Den Ham is weer open van 15 juli t/m 22 augustus. Het Expositiehuis heeft dan een expositie en ook ons streekmuseum is dan weer te bezichtigen met een fototentoonstelling over ‘kokhuusies’. De openingstijden zijn: woensdag, donderdag, vrijdag en zaterdag van 14.00 – 16.00 uur.
De vakantie komt er weer aan. Zegt mijn meisje: “Zul jij niet eens nieuwe kleren kopen?” Ik schrik op van mijn kwartaalblad ‘van Brink tot Brug’ en voel een vreemd gevoel opkomen in mijn buik want als ik ergens een hekel aan heb is het passen van nieuwe kleren! “Zullen we dan zaterdag gaan, kan ik ook nog even kijken?” Nu weet ik uit ervaring dat mijn meisje met kijken bedoelt dat we de winkel niet uitgaan voordat zij ook iets heeft gekocht.
Vol goede moed gaan we de winkel in waar gelijk een winkelbediende op ons afkomt met de vraag waar zij ons mee van dienst kan zijn? “Hij komt voor een nieuwe broek” zegt mijn aanhang. In dergelijke winkels neemt zij altijd het voortouw en blijf ik op de achtergrond. Ik ken mijn plaats. Na een klein uurtje dralen en passen wordt de knoop doorgehakt. Inmiddels had ik niet alleen een broek maar ook een overhemd en een colbert. “En doe er gelijk ook maar een paar sokken bij”, zegt mijn metgezel. Bij de kassa hoor ik mijn lief zeggen: “Ik wil nog even boven kijken”. Ik nestel mij met de krant en een gratis kopje koffie in één van de gemakkelijke zetels in een hoekje van de winkel.
Nu geldt bij thuiskomst één regel: het nieuwe tenue blijft in de kast tot de zondag. Is dit een overblijfsel uit onze jeugd? Maandag was wasdag, woensdag gehaktdag, vrijdag visdag (voor de katholieken) maar zaterdag? Op zaterdag was een ieder ‘in de weer’ voor de zondag. De tuin werd aangeharkt, de ramen gelapt, boodschappen gedaan en de krulspelden gezet. En daarna gingen we onder de pomp, in de tobbe of bij enkelen, onder de douche. Mooie kleren – zondagse kleren – werden dan pas aangetrokken om er in de kerkbanken op z’n best uit te zien. En als dat jarenlang is ingeprent, krijg je dat er één-twee-drie niet uit. Sterker nog, je raakt er nooit meer van verlost.
Er was, en bij sommigen is, nog een duidelijk verschil tussen zondagse kleding en de daagse kleding. In vroegere jaren was de zondagse kleding zeer kostbaar en werd alleen gedragen om erin naar de kerk te gaan. Vrouwen droegen alleen op zondag de knipmuts (door de week alleen een meestal zwart ondermutsje) eventueel met ‘oorijzer’. Hoewel op het oog homogeen leek waren er wel degelijk individuele en regionale verschillen. Vooral werd de mate van rijkdom getoond door de veelheid en grootte van de sieraden. In de witte mutsen zat ook verschil. Was men in rouw dan zonder bloemen en sier. In het Middendorpshuis in Den Ham en het Historisch museum in Vriezenveen zijn hiervan nog voorbeelden te bewonderen. Een bezoek waard.
PS: Ik zag er afgelopen zondag in mijn nieuwe outfit gelikt uit….